top of page

Taalontwikkeling

De spraak- en taalontwikkeling bij kinderen verloopt volgens bepaalde stadia. Kinderen maken in de loop van hun ontwikkeling allemaal wel eens fouten tegen de taalvorm (verbuigingen en vervoegingen, zinsbouw), de taalinhoud (woordenschat) en/of het taalgebruik. Ook kan een peuter soms moeilijk verstaanbaar zijn, omdat hij bepaalde klanken nog niet correct kan vormen of omdat hij bepaalde woorden vereenvoudigt. Ook dit kadert binnen de normale ontwikkeling. 

Bij een aantal kinderen kent de taalontwikkeling echter een vertraagd of afwijkend verloop. Bij deze kinderen zien we dat bepaalde fouten nog (veelvuldig) voorkomen op een leeftijd waarop we dat niet meer verwachten. 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als er sprake is van een spraak- en/of taalachterstand dan is logopedische therapie sowieso aangewezen. Bij een complexe ontwikkelingsproblematiek zal de therapie veelal door een logopedist in een revalidatiecentrum opgestart worden.

 

Vaak zal de klas- of zorgleerkracht, het directieteam en/of het CLB logopedie adviseren, maar de ouders kunnen ook op eigen initiatief contact opnemen met de logopedist wanneer ze zich zorgen maken. Deze therapie start vaak al op jonge leeftijd, namelijk wanneer het kind tussen de twee en zes jaar oud is. De reden hiervoor is dat de piek van de spraak- en taalontwikkeling zich in deze leeftijdsfase situeert.

Wanneer blijkt dat ondanks de logopedische therapie geen of weinig vooruitgang geboekt wordt dan kan er sprake zijn van (ontwikkelings)dysfasie. Dit is een complexe en hardnekkige stoornis in de verwerving van de mondelinge taal, zonder dat er direct aanwijsbare redenen voor zijn. 

2023-07-20PraktijkZEG-603_edited_edited.jpg

Een achterstand in de spraak- en/of taalontwikkeling kan kaderen binnen een ruimere ontwikkelingsachterstand of samenhangen met cognitieve en/of neurologische problemen. Ook een verminderd gehoor kan aan de oorzaak liggen van de achterstand. Een multidisciplinair onderzoek is dan ook aangewezen om een onderscheid te kunnen maken tussen primaire en secundaire taal- en/of spraakmoeilijkheden. Sowieso zal er minstens een intelligentieonderzoek en gehoortest worden afgenomen bij het kind.

bottom of page